Het Ministerie van In Onbruik Geraakte Zaken, IOGZ, is het ministerie waar de belangen van in onbruik geraakte zaken worden behartigd. Niet alleen geeft het ministerie de spullen een stem; ook probeert het de gevolgen te duiden van het gemak waarmee onze samenleving spullen terzijde schuift. Hoewel de spullen misschien niet meer dan een symptoom zijn van een groter probleem, hoopt het Ministerie van IOGZ met haar werk het zicht op dat grotere probleem te verhelderen. Bewindspersonen Laurens van der Zee en Robbert Kamphuis hebben een Rijkscollectie van in onbruik geraakte zaken aangelegd: snijbonenmolens, gasaanstekers, het gele plaatje op de bromfiets, het typemachineborsteltje, en niet te vergeten De Lettertang. Zij maken er schilderijen van en teksten bij, exposeren deze, en maken er theatervoorstellingen mee. De respectvolle intake van nieuwe kavels in hun collectie hebben zij op diverse films vastgelegd.
Robbert Kamphuis is grafisch ontwerper en beeldend kunstenaar, Laurens van der Zee is dichter.
De Missie van het Ministerie van In Onbruik Geraakte Zaken
Bedenkers, ontwerpers, fabrikanten en gebruikers, allemaal deinen we op de golven van een stroom die ergens vandaan komt (het verleden) en mogelijk ergens naar op weg is, we noemen dat voor het gemak de toekomst al weten we dat we daar nooit zullen aankomen. Intussen kunnen we niet anders dan ernstig werken met onze talenten en met alle mogelijkheden die het hier en nu ons biedt. Vanuit dat hier en nu kijken wij terug naar de apparaten die vroeger zijn bedacht, gemaakt, verkocht en gebruikt. Waardeloze apparaten volgens de verkopers, domme, scharminkelige spullen uit magere jaren, als je kijkt naar die uit onze vette tijd van nu! Dat roepen verkopers al sinds het Stenen Tijdperk. Het schijnt dat verkopers dat zomaar ongestraft mogen – zelfs moeten – zeggen omdat anders onze Economie instort. Als dat waar zou zijn, dan zou de Economie het niet verdienen met een hoofdletter geschreven te worden. Een leugenachtig, beledigend, verspillend en gek-makend systeem zou het zijn. Laat ons eer betonen aan die apparaten die met zoveel talent en aandacht zijn gemaakt en die elk op hun plaats en tijd betekenis hebben gehad.
Bijvoorbeeld
Ministerie verwelkomt zevende typemachineborsteltje
Op donderdag 20 oktober 2016 heeft het Ministerie van In Onbruik Geraakte Zaken het zevende typemachineborsteltje mogen inschrijven. De zes reeds geredde borsteltjes zijn: 2 x merkloos kunststof zwart, (borstel haaks op steel); 1 x Smith Premier hout (borstel haaks op steel); 1 x merkloos hout (groen, getailleerd, borstel in lijn met steel); 1 x IBM kunststof blauw (DESIGN, dus onpraktisch klein borstelvierkantje) en 1 x Adler hout (borstel in lijn met steel). Het zevende borsteltje werd aangetroffen in de koffer van de Triumph Gabriela van het Ministerie zelf, waaruit een toegewijde medewerker meende een geluidje te horen komen. Een fraai gebogen borsteltje was het, rank, van bruine kunststof, je kunt je voorstellen hoe aandachtig en vakkundig de typejuffrouwen met dat borsteltje het zwart wegborstelden dat zich in de loop der tijd in de koppen van de letterhamertjes verzameld had. Het was gebroken, wat maar weer bewijst dat alles van waarde weerloos is. Op de dag van inschrijving heeft het een kaartje aan een touwtje gekregen, en is het onder nummer en met zorgvuldige beschrijving digitaal vereeuwigd in het IOGZ-Excelbestand. Daarna is het in de doos met Typemachinebenodigdheden gedaan. Daar werd het warm begroet door de zes borsteltjes, zo vermoeden wij. Zeker weten zullen wij dat nooit, borsteltjes spreken een taal die wij niet verstaan, als ze al een taal spreken. Maar het lijkt IOGZ niet gepast over een dergelijk onderwerp uit te wijden – dat schijnt meer het domein der dichters te zijn.
[tekst Laurens van der Zee, Ministerie van In Onbruik Geraakte Zaken, Wageningen]